Stikstof blog
Wijziging intern salderen bemesting landbouwgrond
Op de website van de Raad van State is de volgende toelichting gegeven op de uitspraak:
Achtergrond
Het gaat in deze uitspraak om het bouwproject Overduin (voorheen Delversduin) in Egmond aan den Hoef. De gemeente Bergen wil daar 162 woningen bouwen op agrarische gronden. Voor het project werd ook een natuurvergunning aangevraagd. Maar volgens het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland is die niet nodig, omdat de toename van de stikstofuitstoot van het bouwproject weggestreept kan worden tegen de afname van de stikstofuitstoot doordat de agrarische gronden niet langer worden bemest. Het college van gedeputeerde staten maakte in de voortoets gebruik van intern salderen met algemene regels voor bemesten.
Intern salderen alleen in passende beoordeling, ook als gronden eerder werden bemest
Het natuurbeschermingsrecht eist dat eerst wordt onderzocht of een project significante gevolgen kan hebben voor beschermde natuurgebieden. Dit wordt de voortoets genoemd. Als significante gevolgen niet kunnen worden uitgesloten, is een natuurvergunning nodig en moet een passende beoordeling worden gemaakt. Daarin moet worden onderzocht of het project de beschermde natuur aantast. Op 18 december 2024 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat in de voortoets alleen nog mag worden gekeken naar de gevolgen van het project op zichzelf, zónder rekening te houden met wat er in de oude situatie was vergund (intern salderen). Dat mag pas in de stap erna: de passende beoordeling. Vandaag oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat hetzelfde geldt als intern gesaldeerd wordt met algemene regels voor bemesten.
Referentiesituatie bij bemesten gronden
Voor de passende beoordeling moet eerst worden bepaald wat de oude situatie was. Dat wordt de referentiesituatie genoemd. Die wordt bij het bemesten van grond bepaald aan de hand van het bestemmingsplan, zoals de Afdeling bestuursrechtspraak al eerder oordeelde op 12 oktober 2022 Als de gronden in het bestemmingsplan vanaf de referentiedatum ononderbroken een bestemming hadden als landbouwgrond, kan er vanuit worden gegaan dat die gronden ook bemest werden. Vervolgens moet worden bepaald wat de omvang van de referentiesituatie is. Dat wordt bepaald aan de hand van de hoogste stikstofgebruiksnorm voor enig gewas dat op grond van het bestemmingsplan op de locatie was toegestaan. Wel geldt dat als de gronden op het moment waarop de natuurvergunning voor het nieuwe project wordt gevraagd structureel niet meer in gebruik zijn als landbouwgrond, het bemesten alleen in de referentiesituatie mag worden meegenomen als daarvoor geen nieuwe natuurtoestemming nodig is. Die voorwaarde is nieuw, maar is in lijn met de eerdere uitspraak van 18 december 2024 over intern salderen met een milieutoestemming.
Voorwaarden
Eveneens in lijn met de uitspraak van 18 december 2024 wordt ook in deze uitspraak geoordeeld dat intern salderen alleen mogelijk is als de verwachte voordelen vaststaan, de wijziging of beëindiging van het bemesten is verzekerd en voldaan wordt aan het additionaliteitsvereiste. De Afdeling bestuursrechtspraak licht in de uitspraak toe dat het additionaliteitsvereiste alleen ziet op het gedeelte van de referentiesituatie dat wordt gebruikt om intern te salderen. Alleen voor dat deel, en dus niet voor de hele referentiesituatie, moet worden onderbouwd dat het inzetten daarvan niet ook nodig is om natuur te behouden, herstellen of verslechtering te voorkomen.